Toezichthouder worden? Bezint eer je begint
“het verrijkt mijn blikveld” “geen haar op mijn hoofd, een te groot risico voor mijn imago” “nooit meer” “ik draag mijn steentje bij aan de maatschappij” “ik help een organisatie in haar ontwikkeling” “als je een calamiteit te managen hebt ben je echt van de straat”
Zo maar een aantal uitspraken dat ik hoor in mijn netwerk als het over toezichthouden gaat.
In Nederland zijn er alleen al in het publieke domein, zorgonderwijs en corporatiesector, ruim 1500 Raden van Toezicht actief. Met een omvang van vijf tot zeven leden en een maximale zittingstermijn van 8 jaar zijn er ruim 1100 nieuwe leden per jaar nodig in deze raden.
Toezichthouder worden, een kans of een risico?
Voor maatschappelijk betrokken mensen met veel levens- en organisatie ervaring is toezichthouder worden een uitgelezen kans om een maatschappelijke bijdrage te leveren en jezelf te ontwikkelen. Of toch niet?
De Wet Bestuur en Toezicht Rechtspersonen en de Governance Code vragen van bestuurders en toezichthouders dat zij handelen in het belang van de doelstelling van de organisatie. Dat zij beschikken over de informatie die noodzakelijk is om hun rol te vervullen (haal- en brengplicht) en aantoonbaar deze rol vervullen in het belang van de organisatie. Toezichthouders worden ook toenemend maatschappelijk aangesproken. Je draagt als toezichthouder dus ook een zeker risico. De vrijblijvendheid is passé. Van de hedendaagse toezichthouder wordt professioneel toezicht verwacht. Echter, professioneel toezicht is iets anders dan krampachtig toezichthouden.
Professioneel toezichthouden versus krampachtig toezichthouden
Als er zich issues in een organisatie voordoen die kunnen leiden tot reuring in organisatie en omgeving, zie ik toezichthouders nog wel eens krampachtig reageren zoals “liever geen negatieve koppen in de krant”.
Maar wat nu als deze reuring nodig is om de organisatie verder te brengen in haar ontwikkeling? Is het standpunt van de toezichthouders dan nog dat ze liever geen negatieve koppen in de krant hebben? En waar komt dit standpunt vandaan: is het standpunt ingegeven vanuit het organisatiebelang of vanuit het belang van de individuele toezichthouder. “Ik wil geen gedoe, ik loop het risico op imagoschade, straks word ik nog aansprakelijk gesteld.”
Als een standpunt wordt ingenomen of een vraag wordt gesteld die initieel is bedoeld bij te dragen aan de ontwikkeling van de organisatie, spreken we van professioneel toezichthouden. Professioneel toezichthouden kenmerkt zich door toezichthouders die vanuit het maatschappelijk en organisatiebelang de goede vragen te stellen die bijdragen aan de ontwikkeling van de organisatie.
Als een standpunt wordt ingenomen of een vraag wordt gesteld die initieel is bedoeld vanuit eigen belang, bescherming van eigen imago, of vanuit de angst om persoonlijk beschadigd te worden, spreken we van krampachtig toezichthouden. Krampachtig toezichthouden kenmerkt zicht door toezichthouders die het eigen belang voorop stellen ook als dit ten koste gaat van de organisatie–ontwikkeling. Standpunten worden ingenomen en vragen worden gesteld om het persoonlijke risico zo beperkt mogelijk te houden. Dit heeft vaak geen enkele relatie meer met de ontwikkeling van de organisatie en daarmee de functie van de rol van toezichthouder. Het spreekt voor zich dat krampachtig toezichthouden de dood in de pot is voor organisaties en bestuurders.
Hoe voorkom je krampachtig toezichthouden?
Ik hoor om mij heen nog wel eens de uitspraak dat een onbedoeld neveneffect van de aangescherpte wet- en regelgeving het krampachtig toezichthouden is. Ik vind dat te kort door de bocht. De wet heeft ertoe bijgedragen dat toezichthouders bewuster de keuze maken om toezichthouder te worden. Bewuster hun rol uitoefenen, nadenken over de thema’s die ertoe doen en op welke wijze zij het gesprek voeren met elkaar en de bestuurder. Bewust informatie vergaren om de juiste beslissingen te kunnen nemen. Niets mis mee, is mijn beeld.
Mijn advies: Zet in op het bewust kiezen en het ontwikkelen van de toezichthouder en de raad als team.
Bewustwording begint bij de afweging om wel of niet te solliciteren op een vacature als toezichthouder. Jezelf afvragen waarom, wat gaat het brengen, wat heb je te brengen en wat vraagt het. Past het? Wat is je intrinsieke motivatie: het versterken van het CV en/of bij willen dragen? En welke risico’s loop je persoonlijk als het spannend wordt en kun je deze risico’s ondergeschikt maken als de organisatie het vraagt? En kan je de tijd vrijmaken die nodig is, ook als het spannend wordt? Dat zijn afwegingen die een kandidaat toezichthouder in deze tijd te maken heeft.
En vervolgens heeft de raad afwegingen te maken met betrekking tot professioneel toezichthouden door de individuele leden en de raad als team. Wat vraagt het van elke individuele toezichthouder, wat vraagt het van de raad als team? Welke expertises en profielen heeft de raad nodig om het goede gesprek te kunnen voeren over de thema’s die ertoe doen? En wat is er vervolgens nodig om als raad, als team, te excelleren in het professioneel toezichthouden?
Herkent u bovenstaande en wilt u meer weten?
Nicole Hermans is een van de partners van Toptoezicht. Toptoezicht begeleidt raden van toezicht en commissarissen en bestuurders bij het ontwikkelen van de kwaliteit van toezicht en bestuur.
Nicole Hermans
T 06 5159 2565
E nicole.hermans@toptoezicht.com