Fit en Proper overbodige check?

De wereld van toezicht is volop in beweging. Mijns inziens terecht. Integriteit en zorgvuldigheid is van het grootste belang, en niet alleen als het om maatschappelijk geld gaat. Checks and balances zijn nodig om de kans op verkeerde beslissingen en ontsporend gedrag in organisaties zo ver mogelijk terug te dringen. Maar garantie dat er niks meer misgaat is er natuurlijk nooit. Laten we onszelf niet vals geruststellen.

Ik hoor weleens de verzuchting dat we als maatschappij de laatste tijd te ver gaan en het nu met toezicht op toezicht op toezicht erg ingewikkeld en ook weer ondoorzichtig maken. De tijd zal het leren, de ervaring leert dat doorslaan soms nodig is om een nieuw werkbaar evenwicht te vinden. En laten we eerlijk zijn: zonder concrete voorbeelden te hoeven noemen kennen we allemaal ontsporingen van maatschappelijke organisaties die de samenleving veel geld en vertrouwen hebben gekost.

In het kader van het intensievere toezicht op woningcorporaties is voor de (her)benoeming van toezichthouders en bestuurders de zogenaamde Fit en Proper test ingericht, conform de werkwijze die rondom banken van toepassing is. Wat mij betreft is Fit en Proper een buitengewoon ongelukkige naam. Het doet me denken aan een slechte wasmiddelreclame en het heeft ook iets aanmatigends. Hier en daar wordt dan ook grappend de naam gepersifleerd als de Fris en Fruitig test…

Het is echter niet verstandig de procedure zelf als een grap te beschouwen. Maar maak het ook niet zwaarder dan het is. Er gaan rondom deze procedure wel wat spookverhalen rond, bij voorbeeld over kandidaten die op onduidelijke gronden de test niet zouden passeren of het advies krijgen zich terug te trekken. Afgelopen jaar heb ik zelf de procedure mogen doorlopen. Mijn ervaring is dat het een behoorlijk intensieve administratieve klus is, met een stevig interview als slotstuk. Stevig en lang. Heel lang. Zulke lange gesprekken heb ik niet eens met mijn eigen vrouw. En –letterlijk- tegenover drie mensen te zitten is ook anders dan dagelijkse kost. Maar het was wel een goed gesprek. Het ging onder andere diep in op mijn moreel kompas en greep zelfs terug op mijn jeugdjaren en het gezin waarin ik ben opgegroeid. Of de religieuze achtergrond van wijlen mijn vader nu nog relevant is betwijfel ik eigenlijk, maar het gesprek was wel zo breed ingestoken dat ik denk dat de commissie zich een redelijk beeld heeft kunnen vormen. Al met al heb ik het interview als intensief en scherp en ook respectvol ervaren.

En is het een overbodige procedure? Nee, naar mijn oordeel zeker niet. Misschien is de procedure wel erg zwaar geworden, maar even doorschieten mag best als we er vervolgens van leren. Laten we vooral het waarom en het waartoe van deze procedure onder ogen zien en van daaruit handelen. Het is bedoeld als bijdrage aan een betere kwaliteit van toezicht op maatschappelijk belangrijke organisaties.

Vanuit Toptoezicht streven we hier ook naar. Door bestuurders en toezichthouders te ondersteunen, te trainen, met ze te evalueren en te reflecteren. Want beter toezicht willen we toch allemaal?

Nieuwsgierig geworden? Neem dan gerust contact op voor een vrijblijvende kennismaking.